Wat kan de ontwerper van de ruimte op deze foto gedacht hebben? ‘Natuursteen, da’s altijd representatief. Staat voor de kwaliteit en duurzaamheid van het bedrijf. Maar dan wel eenvoudig – hedendaags strak met een passend chromen liftdeur.’ Kunstenaar Jan Adriaans (Veghel, 1972) maakte een serie foto’s van interieurs als dit, van ontvangstruimtes in kantoorgebouwen. Hij maakt ons ermee bewust van de soms wonderlijke uitstraling die die ruimtes hebben. Wie kent ze niet: de eenzame potplant met korrels in de wachtkamer, de onbezielde, smetteloze zithoekjes, een braaf kunstwerk aan de muur. Als je Adriaans foto’s met deze verlaten ruimtes ziet zou je het misschien niet zeggen, maar hij is gefascineerd door mensen. Of, meer precies: hij is gefascineerd door wat voor omgeving mensen creëren en wat die omgeving vervolgens impliciet zegt over de gebruikers. Met het dunne laagje marmer dat over de constructie van een gebouw wordt aangebracht verraadt de eigenaar wat voor identiteit hij zijn bedrijf aan wil meten, zoals de yup identiteit ontleent aan zijn maatpak en de hiphopper aan zijn vette sneakers.
In een andere serie, Last night belongs to no one (2006), richtte Adriaans zich op interieurs die lang niet altijd door een professionele ontwerper zijn uitgedacht. Hij toont verlaten discotheken, coffeeshops, hotellobbies en restaurants. Ook hier ontstaat een beeld van wat de bedenker chique achtte, decoratief, of gezellig. De decoratie is vaak snel uitgevoerd in goedkope materialen als fineer, tapijt en plastic, materialen die Adriaans haast tastbaar maakt. Wie kijkt naar zijn foto’s wordt zich sterk bewust van de textuur van de objecten. Dat doet hij mede door in de ruimtes die hij fotografeert regelmatig iets aan te passen aan de objecten ter plekke. Hij verschuift ze, stelt ze net anders op, of voegt iets toe. Op The executive’s teeth are slightly stained (2007) bijvoorbeeld, uit de serie met kantoorruimtes, zou het goed kunnen dat Adriaans het gladde, glanzende van de hal heeft versterkt door folie op de grond te leggen. Hij past de ruimtes hier en daar aan, simpelweg om een mooie foto te kunnen maken. Zo arrangeerde hij bijvoorbeeld een stoel en kleed uit de ruimte zodanig dat er een evenwichtig beeld ontstond, met de juiste tint en textuur op de juiste plek. Door kleine ingrepen manipuleert hij de ruimtes tot prachtige staaltjes compositie en kleur.
Wie zich nu wat bedonderd voelt door Adriaans subtiele ingrepen in zijn onderwerpen staat nog erger te wachten. Op enkele foto’s in Galerie Van Kranendonk zien we ruimtes die zodanig gemanipuleerd zijn dat ze de status van ‘installatie’ verkrijgen. Ook in zijn installaties toont de kunstenaar interesse in een samenspel tussen de bestaande elementen van de ruimte en het overdrijven of manipuleren van die elementen met materialen als plasic folie en vellen papier. Voor wie niet weet welke foto een registratie van een installatie is en welke een foto is van een ‘authentieke’, zo bestaande ruimte, is het moeilijk onderscheiden wat wat is. Er ontstaat een aangename verwarring over wat hier nou eigenlijk onder de noemer ‘kunst’ hoort te vallen en wat niet. Voor de beleving van de foto’s maakt dat dan ook helemaal niet uit.
‘Splendor inside the walls’ van Jan Adriaans is tot 3 mei 2008 te zien in Van Kranendonk Gallery, Westeinde 29, Den Haag. Open: woensdag t/m zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur en op afspraak.
‘Foto’s van ontvangstruimte met wonderlijke uitstraling’ Den Haag Centraal 25 april 2008