De koning als koning

herman de vries’ tautologische postkarten

Gewoonlijk licht een ansichtkaart iets bijzonders uit. Je deelt met familie hoe geinig het toch is dat die toren van Pisa zo scheef kan staan, of hoe blauw de Middellandse Zee is. De hier afgebeelde, gelijktijdig verzonden ansichten lijken eenzelfde intentie te hebben. Het bijzondere object wordt vrij neutraal in beeld gebracht. Alleen de tekst op de voorzijde doet even fronsen: ‘the castle as castle,’ schrijft herman de vries, en dat lijkt dubbelop. Maar hij zet daarmee een subtiele verschuiving in betekenis in. Dat ene prachtkasteel wordt een kasteel, een kasteel zoals er wel meer bestaan.

herman de vries, v71-199 bilder als bilder / X, 1972


Bij de ansichtkaart met de koning werkt de ingreep van de kunstenaar net iets anders. Voor dat portret is een man gehesen in de duurste kleding en met een fiere pose in verf vastgelegd. Verbijzonderd van individu tot een adellijk soort supermens. Maar zien we deze koning als koning, dan wordt hij weer gewoon. Beetje cliché zelfs, die mantel met nertsrand.
De reeksen tautologische postkarten (tautologie, dat was die stijlvorm/taalfout waarbij twee keer hetzelfde wordt gezegd) die de vries rond 1972 verzond, bevatten dus enkel schijnbaar twee keer hetzelfde. Wél een dubbel woord, net een andere betekenis. Deze elegant eenvoudige ingreep laat zien dat een ansichtkaart (of eender welke afbeelding) nog niet zo eenduidig of neutraal werkt als je misschien zou denken – zelfs als de opzet quasi objectief is. De afbeelding wordt hier gepresenteerd als afbeelding.

Deze ansichtkaarten verstuurde de kunstenaar vanuit Gstadt, in de periode dat hij een expositie had in de aktionsgalerie bern. Daar toonde hij de vergelijkbare reeks bilder als bilder, verzonden aan een verzamelaar gedurende een reis via Athene langs Caïro naar Sri Lanka. De hier afgebeelde set heeft een oplage van dertig en ging naar in ieder geval Galerie Swart in Amsterdam, waar de vries eerder exposeerde, en naar galerie Art & Project waar hij wellicht voet aan de grond zocht. Ook zijn latere echtgenote kreeg ze, overigens met even onpersoonlijk opschrift.

De postkarten weerspiegelen een overgangsfase naar zijn bekendere werk, waarin hij op allerlei manieren uitsneden uit de natuur toont. Vaak is dat letterlijk, zoals wanneer hij grashalmen tussen glasplaten klemt en inlijst. Het tonen zelf was in zijn vroegere werk, zo hebben we gezien, een onderwerp van studie geworden: hoe verandert een afbeelding je idee van het specifieke ding dat ervoor gebruikt is? Al langer was de vries geïnteresseerd in het breken met meer traditionele representaties. Hij dacht veel na over hoe de wereld in kunst betrokken kon worden zonder al te veel te dirigeren of voorkeuren op te leggen. herman de vries wil onderkennen, met inzichten van Wittgenstein en uit oosterse filosofie, dat alle dingen in feite gelijkwaardig zijn en dat afwijken daarvan uiteindelijk een menselijk verzinsel is.
Bovendien nodigt hij de beschouwer uit om in te zien dat alles steeds ook anders had kunnen – en zal – zijn. Niet alleen is de wereld een verzameling gelijkwaardige materie, alles is ook nog eens permanent in ontwikkeling. Complexe causaliteitsverbanden brengen in iedere situatie weer nieuwe veranderingen teweeg.
Deze nieuwe werkrichting vond in eerste instantie weerslag in de bundel konkrete poëzie on language. Bedoeld als essay, maar hoofdzakelijk opgebouwd uit fragmenten tekst en beeld – beeld, dat onverknipt overigens ook altijd een ´uitsnede´ uit de werkelijkheid is. De bundel bevat ook iets dat alleen zichzelf representeert: een pluk gras. Aan zijn galeriehouder Riekje Swart schrijft hij in augustus 1972: ‘het is er niet aan te zien, geloof ik, dat het de voornaamste werkzaamheid van dit voorjaar-voorzomer voor me was.’ Nog altijd schuilt achter zijn fraaie, schijnbaar zo eenvoudige grepen uit de werkelijkheid meer dan het oog verraadt.

Verschenen in Schatten van het RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag 2018.