Hedge House in Wijlre heeft een warme band met vogels. Al sinds de oprichting in 2001 wonen er kippen dankzij de kunstverzameling van eigenaren Marlies en wijlen Jo Eyck. Er kon op deze historische buitenplaats namelijk pas een vergunning worden verleend voor de bouw van een kippenverblijf – met Wiel Arets als architect – als de plannen werden uitgebreid met een publieke functie, zoals een programmering rond de collectie hedendaagse kunst. In de huidige tentoonstelling onderzoekt Xander Karskens, sinds 2022 curator en directeur van Hedge House, de artistieke potentie van vogels aan de hand van kunstwerken van de voorbije vijf jaar.
Sophie Barber, The Male Pecker, 2022, Collectie Edwin OostmeijerRead more
The RKD has, among its records, the archive of artist Douwe Jan Bakker (1943-1997). Some of the most engaging letters in this archive were written by his good friend Magnús Pálsson (1929), one of Iceland’s best-known artists. In this episode, this remarkable figure is discussed by curator Lynne van Rhijn. His letters to Bakker describe how Pálsson sent him Puffin meat, and typically Scandinavian reversible mittens with two thumbs. The frankness with which he talks about his life, work and developments in Icelandic art is what makes reading this correspondence particularly worthwhile, as do the warmth and subtle humour that permeate his writing.
Bij het RKD wordt het archief van kunstenaar Douwe Jan Bakker (1943-1997) bewaard. Enkele van de leukste brieven in dit archief zijn geschreven door zijn goede vriend Magnús Pálsson (1929), een van de bekendste kunstenaars van IJsland. Deze opvallende figuur wordt in deze aflevering beschreven door conservator Lynne van Rhijn. In zijn brieven aan Bakker valt te lezen dat Pálsson hem papegaaiduikervlees opstuurde en typisch Scandinavische omkeerbare wanten met twee duimen. Het is vooral de openheid over zijn leven, werk en ontwikkelingen in de IJslandse kunst die de correspondentie lezenswaardig maakt, en de warmte en subtiele humor waarmee hij vertelt.
Kara Walker – National Archives Microfilm M999 Roll 34: Bureau of Refugees, Freedmen and Abandoned Lands: Six Miles from Springfield on the Franklin Road, 2009, muziek: Jason Moran. Film still uit de video-installatie, 13:22 minuten collectie De Pont Tilburg
In 2017 begonnen de gesprekken voor de reizende tentoonstelling van Kara Walker (1969), georganiseerd door Kunstmuseum Basel en nu te zien in De Pont. Conservator Anita Haldemann overtuigde Walker om een grote tentoonstelling samen te stellen, met bijbehorende publicatie, van werk op papier uit haar omvangrijke privéarchief: vluchtige schetsen, werk dat nog niet in een expositie ‘paste’ en vellen met enkel tekst – in totaal meer dan 650 tekeningen, notities en collages. In A Black Hole Is Everything a Star Longs to Be geeft ze gehoor aan de impliciete wens tot openbaarheid die achter haar bewaardrang te bespeuren valt. Een voorproefje was er al met de integrale reproductie van een van haar schetsboeken, MCMXCIX, in 2017. ‘Ongemakkelijke, ongepolijste, onafgemaakte gedachten en angsten, geschreven en getekend zonder doel, zonder verborgen bedoelingen en zonder filters,’ meldde de flaptekst van het boek. De onthulling van werk dat niet gemaakt is voor andermans ogen levert begrijpelijkerwijs enig ‘ongemak’ op, maar er staat meer op het spel. In de catalogus legt Walker uit dat ze een kunstwerk ziet als deel van een gecontroleerde werkelijkheid, terwijl een schets sporen draagt van de chaos waaruit ideeën kristalliseren. Het tonen van het onaffe of ondoordachte materiaal zou haar ‘vertrouwde universum’ uiteen kunnen rijten.
Bespreking in De Witte Raaf 214 van de tentoonstellingen en boek bij De botanische revolutie & Is it possible to be a revolutionary and like flowers?
(Of lees hieronder)
De botanische revolutie & Is it possible to be a revolutionary and like flowers?
Classificeren verandert je waarneming. Hoe meer planten- en diersoorten je kent, hoe meer je lijkt te zien. Onze verhouding tot de natuur beïnvloedt op onvermoed veel manieren ons denken, ons gemoed, en ook de maatschappij. Curator Laurie Cluitmans noemt het botanische ‘revoluties’ en bracht een weelde aan ideeën en kunstwerken samen in twee tentoonstellingen in Rotterdam (Nest) en Utrecht (Centraal Museum), en in een boek (uitgeverij Valiz).
Experiment uit de eerste naoorlogse jaren in Den Haag, uitgelicht in een expositie, boek en podcast in samenwerking met Kunstmuseum Den Haag
Piet Ouborg, Het Teken, 1947
Na de bevrijding kon de kunst van Nederland de vleugels weer uitslaan. Dat gebeurde niet in de laatste plaats In Den Haag, waar al bijzonder snel na de bevrijding weer experimenteel werk gemaakt en getoond. Aan de hand van collectiestukken van het Kunstmuseum Den Haag en van het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis wordt in een publicatie en kleine tentoonstelling een beeld geschetst van de het museum tijdens de oorlog en van de invloed van de bevrijding op de experimentele kunst in Den Haag.
Poster cinematische interventie The Big Sleep 2, 1977, Collection RKD Catalogus Lost and found, Gemeentemuseum Arnhem, 1987, collection RKD Installatie The Gaze in Stedelijk Museum Amsterdam, 1985 Poster Installation, Groninger Museum, 1980, Collection RKD
De tweede aflevering van de RKD-serie over kleurrijke personen in het moderne kunst- en cultuurleven, geschreven door conservator Lynne van Rhijn, gaat over Barbara Bloom (1951). Op haar 21ste trok Bloom van Californië via Londen naar Amsterdam. In de ruim tien jaar dat ze in ons land verbleef zou ze een rol spelen in de ontwikkeling van de performancekunst, maar ook uitvinden waar haar werk nu eigenlijk over ging. In de collectie van het RKD bevinden zich onder andere een viewing copy van haar film The Diamond Lane, posters en een briefje met tekst ontvangen van een figurant.